Een individuele opstelling is een krachtige tool bij coaching. Het is een instrument dat snel inzicht geeft in onderlinge verhoudingen en mogelijke oplossingen. Individuele opstellingen binnen coaching biedt coaches, therapeuten, trainers, docenten en cliënten inzicht in de toepasbaarheid van opstellingen bij coaching. Het biedt aanknopingspunten om er zelf mee aan de slag te gaan.
Een coachvraag vertalen naar een opstelling
Een opstelling tijdens een coachingsgesprek wordt gekenmerkt door grote dynamiek en rijke inzichten en oplossingsrichtingen die zich aandienen. Een tafel, wat poppetjes of gekleurde papiertjes, een gesprek, meer is niet nodig. Maar daarmee ben je er nog niet. Individuele opstellingen binnen coaching beschrijft hoe een coach met zijn cliënt diens vraag kan onderzoeken en vertalen in een opstelling.
Een succesvolle opstelling
Individuele opstellingen binnen coaching opent met een woordelijk verslag van een coachingssessie met een opstelling. Hieruit wordt inzichtelijk welke achtergronden meespelen bij opstellingen en welke praktische elementen het gesprek ondersteunen. De auteurs beschrijven diverse oefeningen om de opstelling tot een succes te maken. Tot slot kijken ze naar de rol van de coach bij de toepassing van deze werkvorm.
Voor wie?
Individuele opstellingen binnen coaching is bedoeld voor coaches, therapeuten, trainers, docenten en cliënten.
Inleiding
1 Transcript van een sessie met een individuele opstelling
2 Het transcript nader toegelicht
3 Opstellingen als groei-impuls: vinden wat werkt
4 De oefeningen: doen wat werkt
5 De focus op de coach
Literatuur
Over de auteurs
Informatief, goed uitgelegd, handzaam, bruikbaar en praktisch zijn de woorden die het boek Individuele Opstellingen Binnen Coaching, geschreven door Jeroen Hendriksen en Anja Brasser, typeren.
Achtergrond en grondbeginselen van de individuele opstellingen worden duidelijk uitgelegd. Daarmee wordt ook direct direct duidelijk hoe krachtig deze tool is bij de coaching. Het snelle inzicht dat coachee(`s) krijgen in (onderlinge) verhoudingen en mogelijke oplossingen blijkt al in het eerste hoofdstuk waarin een woordelijk verslag wordt gegeven van een coachingsessie met een opstelling.
Het eerste hoofdstuk is de kapstok waar hoofdstuk 2 aan opgehangen is. In hoofdstuk 2 wordt het woordelijke verslag gelinkt aan de theorie waardoor een duidelijk beeld ontstaat van het verloop van een individuele opstelling. Hierna worden overdracht en tegenoverdracht onder de loep genomen. Ook de kenmerken en regels van de oplossingsgerichte benadering worden kort weergegeven; heel handig voor beginnende coaches, ervaren coaches zullen dit wellicht een `een open deur` vinden.
Informatief en leerzaam is hoofdstuk 3, waarin de Hendriksen en Brasser ingaan op de historische achtergrond van de opstellingen en het achterliggende gedachtegoed. Er wordt nader ingegaan op de fenomenologie, het wetende veld en de systemische principes. Ook de oplossingsrichtingen en de rituelen in de praktijk van het opstellen worden niet vergeten. Waarna in 3.10 het hoofdstuk wordt afgerond met een handige tabel waarin je in één oogopslag de belangrijkste principes en oplossingsrichtingen kunt vinden.
Bruikbaar en praktisch is hoofdstuk 4 De Oefeningen: doen wat werkt. Hierin worden de diverse oefeningen beschreven en toegelicht. Hiermee kun je direct succesvol aan de slag! Het boek besluit met hoofdstuk 5 De Focus op de coach, waarin aangegeven wordt welke fundamentele kenmerken de coach in staat stellen de individuele opstellingen daadwerkelijk goed uit te voeren. De schrijvers gaan in 5.2, in op de rol van de coach als interventiedeskundige, waarbij ook de diverse interventies (startfase, structurerend, afsluitend) aan bod komen. Via 5.3. waarin de rol van de coach als communicator wordt toegelicht met betrekking tot emoties, gevoelens, doorvragen en pseudo-gevoelens, belanden we bij 5.4. In deze paragraaf wordt de innerlijke houding van de coach besproken, de 4 wezenlijke houdingsaspecten – voor alle coaches – worden kort toegelicht, waarna logischerwijs in 5.5 de tips (richtlijnen) voor de coach bij de individuele opstellingen samengevat worden. Een overzicht van de vragen voor de individuele opstellingen, loopbaanvragen en organisatie- of teamvragen, maakt het boek compleet.
Op de achterflap staat vermeld: `Het boek biedt coaches, therapeuten, trainers, docenten en cliënten inzicht in de toepasbaarheid van opstellingen bij coaching. Het biedt aanknopingspunten om er zelf mee aan de slag te gaan.` Hiermee is niets teveel gezegd, mijn vier kernwoorden illustreren de rest: Informatief, goed uitgelegd, handzaam, bruikbaar en praktisch.
Door Margreet Noordanus
Steeds meer coaches maken in de begeleiding van cliënten gebruik van opstellingen. Bij deze vorm van systemisch werk wordt op een visuele manier met de cliënt onderzocht waar deze in zijn omgeving (familie, werkomgeving) ‘staat’, wat hij hierin ervaart en wat hij op grond hiervan voor oplossingen ziet. De methode kan zowel binnen groepen als in individuele begeleiding worden gebruikt.
Volgens Jeroen Hendriksen en Anja Brasser zijn opstellingen een krachtig instrument dat snel inzicht geeft in onderlinge verhoudingen en mogelijke oplossingen. Met hun boek ‘Individuele opstellingen binnen coaching’ willen zij coaches en andere begeleiders stimuleren om hier zelf mee aan de slag te gaan.
Een uitgeschreven sessie van een coach met een coachee vormt als het ware de kapstok waar het boek aan is opgehangen. Die praktische start is een goede binnenkomer; het geeft inzicht in hoe zo’n coachingsgesprek met opstellingen werkt en hoe het bewustwordingsproces van de coachee kan verlopen. Behulpzaam is dat daarbij tevens is aangegeven wat er in de coach omgaat en welke beslissingen hij neemt en waarom. De coach gaat bijvoorbeeld niet in op bepaalde kwesties die de coachee noemt omdat ze te veel afleiden van de centrale vraag; andere aspecten krijgen meer nadruk omdat het thema’s betreft die in eerdere coachingsgesprekken met deze cliënt ook aan de orde zijn geweest.
Stukjes uit het gesprek met de cliënt vormen vervolgens opstapjes tot een toelichting op belangrijke aspecten van opstellingen. Dit gebeurt systematisch, bondig en grondig tegelijk. Zeer waardevol voor de coach die met deze methodiek wil gaan werken, is hoofdstuk 4 waarin een aantal oefeningen wordt uitgewerkt. Ook deze zijn weer compact en helder geformuleerd; jammer dat praktijkvoorbeelden hier ontbreken. Tot slot wordt een aantal kenmerken van de coach omschreven die volgens de auteurs belangrijk zijn om optimaal te kunnen werken met opstellingen.
De hoeveelheid informatie op deze slechts 122 pagina’s is soms wat overweldigend. Verhelderend – zeg maar geruststellend – is het laatste hoofdstuk over de rol van de coach. Dit zet weer in perspectief dat opstellingen niet meer of minder dan een instrument vormen, en dat het uiteindelijk gaat om wat bij de coachee speelt en de gevoeligheid en vaardigheid van de coach om hem daarin te begeleiden.
In mijn beleving geeft het boekje voldoende handvatten om met opstellingen aan de slag te gaan in coachingsgesprekken, al had ik nog wel meer uitgewerkte voorbeelden vanuit de praktijk willen lezen. Immers, zoals de auteurs zelf ook al schrijven: “De inzichten worden (met opstellingen) visueel gemaakt en dat beeld houden onze hersenen beter vast dan alleen maar woorden.” En: “Hellinger heeft zelf gezegd dat het niet om de theorie gaat, maar om het doen, ervaren en ervaringskennis opbouwen.”
Dat gaan we dus maar doen: doen, ervaren en kennis opbouwen.
Marlene van den Bos - Stap Coaching en Communicatie
Je hebt een zakelijk account nodig om dit product te kunnen bestellen. Je bent nu ingelogd met het e-mailadres: .
Wil je dit e-mailadres gebruiken voor je zakelijk account?
Ander e-mailadres gebruiken voor zakelijk account Huidig e-mailadres gebruiken voor zakelijk account